oip@oipbelgique.be

Al weken worden verschillende afdelingen van de gevangenis van Sint-Gillis in quarantaine geplaatst.

 

In februari was het eerst de beurt aan de psychiatrische annex van de gevangenis, hetgeen drastische gevolgen heeft gehad voor de zorgverlening aan geïnterneerden. Begin maart werden verschillende secties van de vleugels A en B van de gevangenis eveneens in lockdown geplaatst. Het personeel legde gedurende 24u het werk neer op 11 en 12 maart (spontane/emotionele staking) en de – steeds wanhopigere – gedetineerden werden soms zonder maaltijd, zonder antwoord op hun vragen etc. achtergelaten. De spanningen nemen toe en de herrie wordt steeds groter.

De aanpak van de situatie is rampzalig: Gedetineerden die negatief getest werden op Covid-19 delen hun cel met gedetineerden die positief werden getest.

Sinds 16 maart zijn vleugels A, B en E in quarantaine, evenals een sectie van vleugel D.

 

De gevolgen hiervan zijn dramatisch:

  • Geen uithalingen voor de zittingen
  • Geen bezoeken
  • Geen activiteiten
  • Geen wandelingen
  • Geen mogelijkheid om te douchen
  • Beperkte kantine
  • Beperkte/laattijdige uitdeling van de maaltijden
  • Beperkte contacten met de psychologen en maatschappelijke medewerkers van de psychosociale dienst
  • Opschorting van alle uitgangspermissies en penitentiaire verloven
  • Afwezigheid van bijna de helft van de personeelsleden
  • Klachten van de gedetineerden bereiken de klachtencommissie niet
  • Overplaatsingen zijn bijna onmogelijk
  • Aanzienlijke toename van de zelfmoordpogingen
  • De detentieomstandigheden in Belgische gevangenissen zijn in normale tijden al erg precair.
  • Gedetineerden vertonen een slechtere mentale en fysieke gezondheid dan de algemene bevolking. Ook hebben ze onvoldoende toegang tot gezondheidszorg.

 

De maatregelen die genomen werden door de overheid om de rechten van de gedetineerden te waarborgen en de gezondheidscrisis in de gevangenis te vermijden zijn volstrekt ontoereikend, hetgeen het Internationaal Observatorium voor het Gevangeniswezen (OIP- Observatoire International des Prisons) reeds aan de kaak heeft gesteld.

Het OIP wenst te benadrukken dat één derde van bevolking van onze gevangenissen bestaat uit gedetineerden die in voorlopige hechtenis zitten en nog genieten van het vermoeden van onschuld. In Sint-Gillis (arresthuis), geniet zelfs de absolute meerderheid van de aangehoudenen nog van het vermoeden van onschuld.

Verzoeken tot invrijheidstelling worden maar zelden aanvaard door de magistraten, ondanks het feit dat talrijke internationale instanties (o.a. Raad van Europa en VN) sinds het begin van de pandemie aangedrongen hebben op de vrijlating van gedetineerden wegens de grove schendingen van de meest fundamentele rechten van gedetineerden die de detentieomstandigheden in tijden van pandemie met zich meebrengen (waaronder het verbod op onmenselijke en vernederende behandeling, en het recht op een privé- en gezinsleven).

Een jaar geleden publiceerde het OIP een « open brief aan de magistraten in tijden van Corona« . Deze brief luidde: « Meer dan ooit is het aan de rechters en de onderzoeksgerechten om met steun en bijstand alle personen vrij te laten van wie niet is aangetoond dat zij een onmiddellijk en reëel gevaar vormen voor de openbare veiligheid. Het is nutteloos om te trachten om het virus uit te roeien buiten de muren als we er binnen de gevangenismuren een virus-kwekerij van maken.  »

Het OIP betreurt het dat haar stem noch door de rechters, noch door de overheid gehoord werd.

Vandaag is het aantal gedetineerden in de gevangenis van Sint-Gillis nagenoeg terug op het aantal gedetineerden vóór de sanitaire crisis.

Bij gebrek aan afdoende maatregelen, zal de gigantische cluster die de gevangenis van Sint-Gillis aan het worden is, nog maar moeilijk te blussen zijn.

 

Helaas is het vandaag te laat om alarm te slaan.

 

Kan men nog hopen op de politieke en gerechtelijke wil om de schade te beperken?